“War for talent”? Mmmm…

Marc Lambotte - Story telling - Purusha Business
Dat er een groot tekort is aan werkkrachten staat vast. Dat dit een groot probleem is voor bedrijven is evident. Maar “War for Talent” is oude wijn in oude en veel te grote zakken.

“War for Talent” is een oud begrip. Heel oud. De term dateert uit 1997 en werd uitgevonden door een Amerikaan. In 2001 werd er een boek over geschreven. Door een groepje Amerikanen. Die duiding is relevant. Amerikanen hebben de gewoonte grote woorden te gebruiken en bovendien is oorlog altijd aanwezig geweest in hun geschiedenis. Ook vandaag nog. Voor de gemiddelde West-Europeaan is dat in 2022 anders.

Als wij al te maken hebben met oorlog, dan is dat een ver van mijn bed gebeuren waar we in de afgelopen decennia nauwelijks last van hadden. Toen het voormalige Joegoslavië amper 20 jaar geleden uit elkaar spatte en de regio geteisterd werd door vreselijke oorlogsmisdaden, bevond de oorlog zich op minder dan 2000 km afstand van de hoofdstad van Europa. Ons ongemak werd grotendeels beperkt tot het tijdelijk wegvallen van een geliefde vakantiebestemming – die we prompt vervingen door andere paradijsjes.

Vandaag lijden we meer. De oorlog in Oekraïne heeft zo zijn gevolgen voor ons. Economische gevolgen. We lijden onder een tekort aan grondstoffen – al moet je niet veel gestudeerd te hebben om te beseffen dat we waarschijnlijk meer lijden onder het speculatieve opportunisme van sommige grote bedrijven dan onder de tekorten op zich. Maar bon. We lijden dus indirect. Verder zijn we niet betrokken bij de oorlog die zich voor ons op het televisiescherm afspeelt.

Amerikanen zijn wel wat anders gewoon. Zij betrekken zichzelf voortdurend actief bij oorlogen over de hele wereld. Ze sturen troepen en hun zonen en dochters sneuvelen ver van huis. Ver van huis. Amerikanen vechten oorlogen uit op grote afstand van hun moederland. Daardoor beseft het gros van de Amerikanen niet wat een oorlog écht is. De groep die kinderen, ledematen of de mogelijkheid tot normaal functioneren verloor, beseft het wel. Maar die groep is relatief klein – al is hij nog veel te groot. De anderen ondervonden de oorlogen niet aan den lijve. New York werd nooit platgebombardeerd zoals dat wel het geval was met bijvoorbeeld Dresden in de Tweede Wereldoorlog. Wanneer twee Amerikaanse wolkenkrabbers in 2001 vernield werden, bleef dit in het collectieve geheugen van de wereld gegrift staan als een onmenselijke daad (wat het ook was). Wie heeft enig idee hoeveel gebouwen er aan gingen in pakweg Irak? Of Syrië? Of Afghanistan? Of Vietnam? Of Jemen? Of of of. En hoeveel mensen daarbij om het leven kwamen? Ons collectief geheugen is een functie van de selectiviteit van het media-apparaat.
Wij West-Europeanen-van-vandaag beseffen ook niet hoe het voelt écht in een oorlogsgebied te leven. Onze grootouders wel. Die maakten minstens een wereldoorlog mee. Aan den lijve. Met bommen die elk moment je leven en dat van de mensen om je heen konden beëindigen of verwoesten. Met een “bezetter” die zich aan onmenselijke wreedheden schuldig maakte. Met woorden als marteling, verkrachting en verminking die plots veel meer werden dan woorden. De échte oorlog.

De term “War for Talent” is dan ook bovenal een misplaatste stijlfiguur. Een marketing term die afgestemd is op een Amerikaanse doelgroep en ontworpen werd om de aandacht van die doelgroep te trekken. Een begrip dat een idee van een consultant aandacht moest opleveren. De titel van een boek. Een titel die potentiële kopers moest aanzetten tot kopen. Een overdrijving die mensen moest laten opkijken.

In een oorlog zijn mensen elke dag bezig met overleven. Letterlijk overleven. In vredestijd zijn ze bezig met hun levenskwaliteit. Voor sommigen betekent dat “nog beter leven dan ze nu al doen”. Voor anderen “de eindjes aan elkaar knopen om zo menswaardig mogelijk te kunnen leven”. Overleven is in Vredesland voor  slechts een kleine groep mensen een dagelijkse bezorgdheid.

Met bedrijven gaat het net zo. Je zou kunnen stellen dat een bedrijf ook een “leven” heeft. Als alles goed gaat, dan groeit het bedrijf, dan bloeit het, dan zijn de mensen die er bij betrokken zijn goed af. Maar het kan ook anders. Bedrijven zitten constant verwikkeld in een strijd. Een concurrentiestrijd. Een strijd waar gestreden wordt om klanten, om middelen, om ideeën. Wie de strijd wint, is goed af. Wie de strijd verliest, is minder goed af. En in sommige, extreme gevallen gaat het bedrijf dan dood, het verdwijnt.

Een strijd dus. Een normale strijd. Een strijd zoals we die kennen in een wedstrijd. Denk aan een voetbalwedstrijd. Je wint al eens een match en je verliest er al eens een. Als je voortdurend verliest, degradeert je club. Als je blijft verliezen, gaat je club eraan. Dat gebeurt niet zo vaak. Net als bij bedrijven. Je wint al eens een deal en je verliest er al eens een. Je moet al grote fouten maken om ook te verdwijnen.

De War for Talent is geen oorlog. Het is een wedstrijd. Een belangrijke wedstrijd waarbij bepaald wordt welke spelers deel zullen uitmaken van jouw team. Als je veel goede spelers hebt die prima kunnen samenwerken, dan is de kans groot dat je ploeg goed zal presteren. En omgekeerd. 

Het is niet leuk om te verliezen. Mensen worden er persoonlijk door geraakt. Minder goed team ➤ minder succesvol bedrijf ➤ minder grote bonussen ➤ minder kans op promotie ➤ meer kans op besparingen ➤ meer kans op ontslagen en ga zo maar door. Niet leuk. Net zoals het niet fijn is een voetbalwedstrijd te verliezen. Maar dood ga je er niet direct van. Dit is een wedstrijd. Geen oorlog. Een belangrijke wedstrijd.

Als je een belangrijke wedstrijd gaat spelen, dan bereid je je (team) goed voor. Je traint hard. Je zorgt voor de beste trainer die je kunt vinden binnen het budget dat je beschikbaar hebt. Je gaat op zoek naar extra geld als dat nodig is. Want je weet dat zonder goede voorbereiding je kans op winnen klein is. Andere ploegen, beter voorbereide ploegen, ploegen die de wedstrijd ernstiger nemen, zullen van je winnen.

De vraag wordt zo wat jouw team vandaag doet om je bestaande ploeg nog sterker, nog groter, nog succesvoller te maken. Het doel van de wedstrijd is “goede medewerkers aanwerven en behouden”. Hoe goed zijn je mensen voorbereid op die wedstrijd? 

Ze zullen je bedrijf een aantrekkelijk imago moeten geven in een concurrentiële markt waar perceptie en geloofwaardigheid de azen van het kaartspel zijn. Ze moeten het wervend verhaal van jouw bedrijf kunnen vertellen en kristalhelder uitleggen hoe de ambities omgezet zullen worden in realiteit. De rol van elke kandidaat collega in dat avontuur moet duidelijk zijn en iedere sollicitant die in het plaatje past, moet er van overtuigd worden dat het in haar of zijn belang is in jouw team te stappen.

Met het bespreken van de CV van de sollicitant kom je er niet meer. En vergeten dat jonge kandidaten zich ook informeren via sociale media bij je collega’s die niet in HR werken, is een blunder die je beter vermijdt. In de wedstrijd om collega’s te overtuigen te komen of blijven, is jouw wervend verhaal en de manier waarop het door jou en al je medewerkers verteld wordt een fundamentele succesfactor.

Kun je met je hand op je hart zeggen dat je team daar helemaal klaar voor is? Top. Dan ben je de wedstrijd ongetwijfeld ook aan het winnen. Of gaat het niet zo vlot? Dan moeten we misschien eens praten. Hoe wervend je verhaal ook geschreven is, het kan maar impact hebben als het door iedereen wervend verteld wordt.

The game is on.

Zullen we even praten over een opleiding met (of voor) je collega’s ?

 

Zullen we even bekijken hoe we jouw team meer impact kunnen laten hebben dank zij Executive Storytelling? Laat hier je gegevens achter en je wordt  snel gecontacteerd.

Dit kan je ook interesseren